Na de bevalling
Het is een proces van: Veel emoties, Je baby leren kennen, het verwerken en herstellen van je bevalling en je richten op de nabije toekomst.
Tegelijkertijd kosten voeden, onrustige nachten en bezoek ontvangen veel energie. Het is heel normaal dat je je af en toe geen raad weet. Wij adviseren je om zo veel mogelijk rust te nemen en weinig bezoek te ontvangen in de eerste dagen van je kraamtijd. Het is belangrijk om eerst samen aan de nieuwe situatie te wennen en je gevoelens te uiten.
De kraamverzorgende en de verloskundige zullen je tijdens dit proces begeleiden en de tijd nemen om op jouw vragen en verhaal in te gaan. Twijfel je na een tijdje of al jouw emoties wel normaal zijn? Zit je niet lekker in vel? Dan kun je ons altijd hierover bellen. Misschien dat wij je kunnen helpen met coaching en eventueel kunnen wij je gericht verwijzen naar een andere hulpverlener.
Heb je tijdens de zwangerschap hypertensie, diabetes, (pre)eclampsie of HELLP-syndroom doorgemaakt? Dan is het belangrijk dat je je laat controleren. Jouw huisarts stuurt je daarvoor een uitnodiging. Als je die niet ontvangen hebt kan je daar zelf naar vragen.
Bekijk hier het filmpje Hart voor Vrouwen
Anticonceptie
Na de bevalling kun je vrij snel weer vruchtbaar zijn, óók als je borstvoeding geeft aan je kindje. Omdat je nooit precies weet wanneer je eerste eisprong plaatsvindt, is het aan te raden om op tijd na te denken over en eventueel te starten met anticonceptie, vóórdat je weer seksueel actief wordt.
Kies de vorm van anticonceptie die het beste bij jou past en praktisch is. Er zijn verschillende vormen van anticonceptie: zónder hormonen (bijvoorbeeld een condoom, koperspiraal of natuurlijke methode waarbij je op basis van je temperatuur en het beoordelen van je cervixslijm (afscheiding) in de gaten houdt wanneer je eisprong plaatsvindt) en mét hormonen (bijvoorbeeld de pil, een hormoonspiraal of het hormoonstaafje dicht onder de huid in je bovenarm). Vrouwen die borstvoeding geven kunnen niet alle vormen van hormonale anticonceptie gebruiken omdat deze meestal de melkproductie beïnvloeden.
Met ons kun je bespreken welke vorm van anticonceptie het beste bij jou past. Dit doen we tijdens de nacontrole zes weken na de bevalling of op een ander moment tijdens een anticonceptieconsult. We kunnen dan ook een recept uitschrijven voor de pil, het spiraaltje of het hormoonstaafje. Ook kunnen we een spiraal of hormoonstaafje plaatsen. Een spiraal kan op zijn vroegst tien weken na de bevalling worden geplaatst, het hormoonstaafje zes weken na de bevalling.
Wil je meer weten over de verschillende vormen van anticonceptie na de bevalling? Dan kun je terecht bij anticonceptiedenhaag.nl
Hier kun je een afspraak maken voor al jouw vragen en het plaatsen van een hormoonstaafje of spiraal.
Of neem bij specifieke vragen contact met ons op.
De bekkenbodem na de bevalling.
Na de bevalling voelt je bekkenbodem anders aan, je kunt soms niet goed voelen wanneer je moet plassen of ontlasten. Misschien kun je de urine en de ontlasting nog niet goed ophouden. Of je hebt last van vaginale windjes of een gekneusd of gezwollen gevoel in je bekkenbodem.
Tijdens het persen komt er namelijk druk te staan op je bekkenbodemspieren en de gewrichtsbanden in dat gebied. Ook komt er extra druk op je plasbuis, je blaas en je endeldarm. Hierdoor kun je na de bevalling tijdelijk een veranderd gevoel hebben in je bekkenbodemgebied, en dan lukt het je niet goed om het signaal te herkennen van een volle blaas of volle darmen. Tijdens de bevalling zijn de bekkenbodemspieren uitgerekt, waardoor het vlak na de bevalling moeilijker is de plasbuis en de anus af te sluiten. Dit kan leiden tot urineverlies, verlies van windjes of zelfs wat ontlasting. Hechtingen kunnen in het begin leiden tot wat zwelling. Soms voelen je schaamlippen erg gezwollen aan, je kunt dan het beste op een zacht kussentje gaan zitten, dit drukt de bekkenbodem iets omhoog en geeft zo ondersteuning.
Deze bekken(bodem)klachten zijn vrijwel altijd tijdelijk!
Risicofactoren.
Bij de bevalling kunnen risicofactoren een rol spelen, die de kans op bekken(bodem)pijn vergroten. Er kunnen problemen ontstaan die gerelateerd zijn aan beschadiging of overbelasting van de bekkenbodem
Voorbeelden van deze risicofactoren zijn:
- Tangverlossing
- Vacuumpompverlossing
- Knip of scheur
- Persduur meer dan 1 uur
- Geboortegewicht kind >4000 gram
Ook factoren als zwaar lichamelijk werk, een hoog lichaamsgewicht (BMl 30), veriakkingen in de familie, roken, COPD, al bestaande bekken- en bekkenbodemklachten, of een hoge leeftijd bij eerste de bevalling kunnen de kans op problemen vergroten.
Oefeningen voor in het kraambed.
Voor een goed herstel is voldoende rust in de kraamtijd belangrijk. Begin in het kraambed al te oefenen met de bekkenbodem, om zo snel mogelijk het gevoel in je spieren terug te krijgen. De bekkenbodem kun je aanspannen door te proberen de plasbuis, de vagina en de anus naar binnen te trekken. Let erop dat je daarna weer goed de bekkenbodem ontspant.
De buikspieren mag je pas 6 weken na de bevalling intensief gaan trainen. Je kunt wel al starten met het oefenen van de dwarse buikspier. Dit doe je door de navel lichtjes naar binnen te trekken, alsof je de rits van een strakke broek dicht wilt doen. Doe dit tijdens een uitademing.
Bekijk het volledige postpartum herstelgids met tijdlijn en oefeningen van Ella hier.
Bij klachten.
Om te weten ofjij last hebt van bekken- of bekkenbodemklachten is het belangrijk datje jezelf de volgende vragen stelt:
- Heb ik problemen met plassen, zoals ongewild urineverlies, verhoogde aandrang of vaak plassen?
- Heb ik problemen met ontlasten, zoals obstipatie (verstopping) of moeite met het ophouden van windjes of ontlasting?
- Heb ik pijnklachten in het bekkenbodem-gebied tijdens vrijen (als je hier al aan toe bent)?
- Heb ik een zwaar gevoel in de onderbuik en/of een bal (of steen-) gevoel in de vagina?
- Heb ik pijn in het bekkengebied, zoals rond het schaambeen of in de lage rug?
Herken je een van deze klachten, dan hoeft dat nog niet te betekenen dat er iets onherstelbaar beschadigd is. Met de juiste hulp kun je goed van je klachten afkomen.
Als je pijnklachten hebt, kun je zelf al veel doen:
- Houdt rekening met de verminderde belastbaarheid van je bekken, beperk de zwaardere huishoudelijke en verzorgende werkzaamheden.
- Om je bekken rust te geven, kun je beter gaan liggen; zitten is niet genoeg. Probeer traplopen zoveel mogelijk te vermijden.
- Blijf wel in beweging, maar luister naar je lichaam en rust op tijd.
Neem in het geval van twijfel en voor aanhoudende klachten contact op met een (geregisteerd) bekkenbodemfysiotherapeut
Fysiotherapiepraktijk Transvaal:
Steijnlaan 186-188 | 2571 SB Den Haag | tel 070 312 15 63
Fysiotherapie Zuid West Den Haag:
Zwaardvegersgaarde 148 | 2542TJ Den Haag | tel: 070-329 66 38
Aan de Laan fysiotherapeuten:
Ln v Nw Oost Indië 256 | 2593 CE Den Haag | tel :070-385 32 43
Centrum voor Fysiotherapie:
Goudenregenstraat 244 | 2565 CD Den Haag | tel 070-365 43 83
Gezondheidscentrum het Kruispunt:
Dr. H.J. van Mooklaan 33f | 2286 BB Rijswijk | tel 070-396 39 78
Fysio Totaal:
Generaal Spoorlaan 62 | 2285 CH Rijswijk | tel 070-396 83 92
Praktijk Anthropos:
Oosteinde l37 2271 EE Voorburg | tel: 070 386 06 11 of tel: 070 386 19 26
Kon.Julianalaan 81 2273 JB Voorburg | tel: 070 386 74 09